Cornelis Koning
1893 - 1951

Portret Wilhelmien van Rede met dochter Mart

Werk Cornelis Koning
Portret van Wilhelmien van Rede met haar dochter Mart
Gesigneerd en gedateerd r.b. C. Koning 1928
Olieverf op linnen,  B x H 100 x 75 cm

Op dit schilderij met liggend formaat zien we Wilhelmien van Rede met haar dochter Mart en een kat die het tafereel completeert. In de ruimte rechts is de achtergrond teruggebracht tot enkel kleurvegen. Koning heeft de verf dun gebruikt en heeft op enkele schaduwpartijen een glacis aangebracht. De geportretteerden zijn nog weergegeven met duidelijk gesloten contouren.

Wilhelmien van Rede - Prins was getrouwd met Gijsbert van Rede en woonde met haar man en 7 kinderen in Bennekom.
Gijsbert van Rede (1891 - 1980) was net als zijn oudere broer Willem van Rede kunstverzamelaar. Hun vader had in Rotterdam aan de Schiekade een commissiehandel in granen, zaden en peulvruchten. Na diens dood waren de broers in staat te gaan rentenieren. Het verhaal wil dat Gijsbert van Rede op een goeie dag de Rijksacademie in Amsterdam binnenwandelde om er kennis te maken met talentvolle studenten  op aanwijzing van de directeur Antoon Derkinderen. Zo heeft hij er Cornelis Koning ontmoet. Een ander verhaal zegt dat Van Rede en Koning elkaar al  eerder kenden van de alternatieve dienstplicht die beide (bijna) leeftijdgenoten vervuld zouden hebben.
Koning en Van Rede konden het goed met elkaar vinden. In een brief aan vriend Willem Jansen gedateerd 31 mei 1923 laat Koning weten 4 brieven te hebben ontvangen van Van Rede "diep van inhoud" en schrijft hij verder: "er zijn maar weinig mensen met wie je over de Heiligheid kunt spreken, o zo weinig, en een van die weinigen is mijnheer van Rede. 't Is een innig fijne man, die ik zeer hoogacht".

Waarschijnlijk kocht Van Rede werk van de kunststudent en later in 1926 werd Van Rede ook zijn maecenas. De financiële ondersteuning van Koning door Van Rede duurde tot 1935 en bestond uit een jaargeld van 3000 gulden. Zelf vond hij zijn inkomen zo royaal dat hij op zijn beurt een andere kunstenaar, de graficus Willem van Lierop (Amstelveen 1891 - Wageningen 1968) financieel kon ondersteunen. Koning was een sociaal bewogen mens, gaf zijn geld makkelijk weg en het is wel zeker dat hij behalve Van Lierop, die lichamelijk gehandicapt was en ook een opleiding aan de Rijksacademie had gevolgd, ook andere mensen heeft geholpen. De kunstenaar heeft in het begin van het maecenaat verschillende portretten geschilderd van o.a. echtgenote Wilhelmien van Rede en de kinderen. Mogelijk was het een opdracht. Verder werd de kunstenaar door zijn maecenas volkomen vrijgelaten wat belangrijk is geweest voor zijn ontwikkeling.
Toen de economische malaise in de jaren dertig Gijsbert van Rede dwong te bezuinigen op zijn hulp aan kunstenaars (naast Koning steunde hij ook de musicus Iskar Aribo en kunstenaar Jan Peters), moest Koning gedwongen de pastorie in Elst, waar hij in 1930 naar was verhuisd, verlaten.
Koning is nog bij de familie Van Rede in huize De Noord in Bennekom gaan wonen en had er een atelier in de tuin. Willem van Lierop, die bij hem had ingewoond, verhuisde naar de Vissersweg in Elst. Hij bewoonde er de zolder bij de familie Van de Berg.

Ook in Bennekom maakte Koning portretten. Dochter Miep van Rede herinnert zich "de mooie en spannende verhalen van o.a. De Sneeuwkoningin en de Kleine zeemeermin, die hij vertelde, terwijl hij tekende en ik poseerde".
Achter het woonhuis had Van Rede een schilderijenzaal laten bouwen om zijn kunstverzameling in onder te brengen.
In 1940 bij het begin van de oorlog logeerde Koning met zijn vrouw bij de familie in Bennekom. Miep van Rede schrijft: "Het was namelijk die week prachtig en zelfs warm weer. We zaten die avond van de 9e mei na het avondeten nog enige tijd buiten in die heerlijke tuin en hadden plezier met elkaar. Helaas de volgende ochtend ongeveer 5 uur raasden bij ons de eerste lage vliegtuigen over en werden wij hardhandig gewekt. 2 Dagen later moesten wij met elkaar evacueren (voor een paar dagen) richting Apeldoorn in verband met schietingsgevaar vanaf de Grebbeberg. Na de capitulatie op 14 mei keerden wij naar huis terug en oom Kees en tante Ali vertrokken zo spoedig mogelijk naar Amsterdam om te kijken of daar thuis alles in orde was". Zowel door de Duitsers als later bij de bevrijding is er in Huize De Noord door afwezigheid van de familie ingebroken en zijn verschillende kunstwerken meegenomen.

Koning hield contact met de familie ook nadat hij weer was verhuisd naar Amsterdam. Hij verlangde naar de stad en miste zeer zijn vrienden in de kunst die hem regelmatig hadden opgezocht in Elst maar minder vaak in Bennekom.
Min of meer gelijktijdig verhuisde Willem van Lierop vanuit Elst naar de hoofdstad. Beide kunstenaars klopten in 1935 aan bij de Sociale Dienst van de Gemeente Amsterdam voor steun. Koning kreeg deze direct maar Van Lierop niet. Hij kreeg van de ambtenaar te horen: "...maar jij hebt toch altijd steun gekregen van Koning?"...