Cornelis Koning
1893 - 1951

Werk Cornelis Koning - Tine Wind (Cohen)

Werk Cornelis Koning
"Tine Wind (Cohen)"
olieverf op linnen, 80 x 110cm
niet gesigneerd, niet gedateerd
Werk Cornelis Koning
"Tine Wind (Cohen)"
olieverf op linnen
niet gesigneerd, niet gedateerd
collectie Zaans Museum, Zaanstad
Foto Cornelis Koning
Cornelis en Aal Koning met de kinderen Van Rede
Staand Wilhelmien van Rede
Vooraan rechts zittend Günther Abrahamsohn

Koning schilderde twee portretten van Tine Wind (Cohen). Op het portret met staand formaat draagt zij een rode jurk met brede witte kraag, de handen bij elkaar op schoot en het hoofd naar links. Misschien in dezelfde periode, waarschijnlijk begin jaren '30, niet bekend in welke volgorde is het tweede portret geschilderd. Op dit andere doek met liggend formaat zit Tine Wind in een donkere fauteuil. Een zacht getemperd licht valt over de figuur en de stoel. Tine Wind kijkt niet naar de toeschouwer, haar linker handpalm ligt op schoot en deze heeft zij geopend naar boven. Haar rechterhand, rustend op de armleuning wijst met de vingers naar beneden. Deze houding en gebaren doen denken aan de Boeddha-bhumisparsa houding. Bhumisparsa betekent "de aarde aanraken" en is een moment van verlichting. De houding van de geportretteerde, met de ogen naar boven gericht, lijkt die van een model in mediteren pose.

Tine Wind, violiste, haar achternaam had zij laten veranderen, was getrouwd met Isaac Cohen, artiestennaam Iskar Aribo. Cohen werd geboren in 1908 in Leiden en was pianist en koordirigent. Beiden waren opgeleid aan het conservatorium van Rotterdam. In 1942 vroeg hij aan vriend Gijsbert van Rede om onderdak aan de Bovenweg 36 in Bennekom. Het echtpaar bracht ook twee meisjes Ro en Metty Kleinkramer mee. Waarschijnlijk iets later kwam nog een derde kind. Het neefje Tommy Cohen werd ook opgenomen in het gezin Van Rede. Ze hebben allen de oorlog overleefd.

Op de foto uit 1939 zien we Cornelis en Aal Koning met de kinderen Van Rede. Ook zien we Günther Abrahamsohn, geboren in 1928 in Berlijn en met een kindertransport in 1939 naar Nederland gekomen. Hij werd in het gezin Van Rede als een eigen kind opgenomen. Günther, half-joods, werd in 1942 gedoopt en ging gewoon met de andere kinderen in Wageningen naar school.

Bron: "Bennekom Joods Toevluchtsoord 1940 - 1944", uitgegeven door de Historische Vereniging Oud-Bennekom in 2012, ISBN/EAN 978-90-78592-03-7.