Cornelis Koning
1893 - 1951

Werk Cornelis Koning - portret Aal

Werk Cornelis Koning
Portret Aal
Olieverf op linnen
30 x 31 cm
Niet gesigneerd, niet gedateerd
(vermoedelijk 1935 - 1940)

Toen Cornelis Koning in 1935 een woning vond aan de Prinsengracht en weer gehuisvest was in Amsterdam, zocht hij een model die voor hem wilde poseren. Hij deed navraag bij Corrie de Jong, model aan de Rijksacademie en model voor o.a. beeldhouwer John Raedecker (1885 - 1956).
Zij vroeg haar zus Aal de Jong te poseren voor Koning. Het poseren zat in de familie, want ook broer Rijk poseerde o.a. aan de Rijksacademie.

Aal de Jong (Amsterdam 1904 - Amstelveen 1984), zweminstructrice van beroep, begon met poseren voor Koning en zo 'raakte het aan'. Zij kwam bij hem wonen, werd zijn muze en werd zijn vrouw.
Zij stimuleerde haar man en 'kroop in zijn werk'. Van Koning is de uitspraak bekend: "Wat is de kunstenaar gezegend als zijn vrouw de professor is".
Beiden hadden veel voor elkaar over. Wanneer er niets te besteden was moest er geïmproviseerd worden. Zo vertelde Daniël Esser, zoon van beeldhouwer Piet Esser (1914 - 2004) mij dat Aal "op een dag midden in de winter naar de stad ging. Zij kwam terug zonder winterjas maar mét verf voor haar man".

Op klein bijna vierkant formaat schildert de tonalist Koning een gelijkend portret tegen een donkere achtergrond. Er komt licht van linksboven. Een slagschaduw in de hals en een donker accent op het jukbeen en de haarpartij rechtsboven laat het iets gedraaide hoofd naar voren komen. Hij gebruikt voor het gezicht vooral okers en aardkleuren en geen wit. Wit wordt wél gebruikt in het kraagje en op de schouders van wat een licht truitje lijkt te zijn.
Het portret heeft iets van een plotselinge ontmoeting omdat Aal niet centraal in het midden van het doek is geplaatst.